Aino, een stagiaire in haar kleine vliegtuig, wordt op een missie gestuurd om een mysterieuze verloren ruimtesonde te lokaliseren die nabij de poolcirkel op aarde is gevallen. De gebeurtenissen nemen een absurde, surrealistische, misschien dadaïstische wending, waarna Aino en haar collega's, om haar doelstellingen te bereiken, verplicht zijn op zoek te gaan naar het antwoord op de mysteries van de moderne menselijke conditie. Zo volgt een satirisch, antimodernistisch continuüm van monologen, mixed-media-beelden en introducties van moderne subjectiviteit. De film is een vlucht door de donkere kanten van het door fossiele brandstoffen gevoede Europese rationalisme, en werpt licht op het techno-kapitalistisch-individualistische tijdperk van moderne vervreemding, spookachtige nostalgieën van ingebeelde toekomsten, de diepgaande problematiek van het vertalen van menselijke communicatie, de post-menselijke kanten van Jean Sibelius – en ten slotte – de rendieren van het noorden.